Het Hof van Justitie oordeelt dat het te ver gaat om een register met gegevens over
uiteindelijk belanghebbenden open te stellen voor de hele bevolking van een lidstaat.

Vennootschappen en andere juridische entiteiten in EU-lidstaten zijn verplicht actuele
informatie bij te houden over hun uiteindelijk gerechtigden (ultimate beneficial owners
of UBO’s). De lidstaten moeten ervoor zorgen dat deze informatie wordt bijgehouden
in een centraal register. Bepaalde partijen kunnen dit centraal register (UBO-register)
inzien. Deze verplichtingen vloeien voort uit de vierde anti-witwasrichtlijn. In 2018
is deze richtlijn aangepast. Een van de wijzigingen is dat elk lid van de bevolking
het UBO-register kan inzien. Dat wil zeggen, zij moeten in beginsel op zijn minst
toegang krijgen tot de volgende gegevens met betrekking tot de UBO:

naam;

geboortemaand en geboortejaar;

woonstaat;

nationaliteit; en

aard en omvang van het gehouden economische belang.

Luxemburgs UBO-register: het RUB Luxemburg heeft uitvoering gegeven aan de vierde anti-witwasrichtlijn door het Register
van de Uiteindelijk Begunstigden (RUB) in te stellen. In het RUB zijn onder andere
de naam, (voor)na(a)men, nationaliteit(en), geboortedag, -maand, -jaar en -plaats,
woonstaat en de aard en omvang van het daadwerkelijk gehouden belang van de uiteindelijk
begunstigden opgenomen. Al deze informatie is in principe voor iedereen toegankelijk.
Het is mogelijk deze toegankelijkheid te beperken vanwege een onevenredig risico van
fraude, ontvoering, chantage, afpersing, pesterijen, geweld of intimidatie. Een Luxemburgse
vastgoedmaatschappij meent dat haar UBO’s deze risico’s lopen. Maar haar verzoek om
de informatie minder openbaar te maken is afgewezen. Daarom is de vastgoedmaatschappij
een beroepsprocedure begonnen. Ook een andere vennootschap, een SA, heeft beroep aangetekend
tegen de afwijzing van haar verzoek tot beperking van de toegankelijkheid van informatie
over UBO’s.

Openheid is niet belangrijk genoeg Het EU Hof van Justitie oordeelt dat het voor de bevolking toegankelijk maken van
de informatie over UBO’s een ernstige inmenging in het recht op privacy vormt. Het
recht op privacy is alleen te beperken met maatregelen die noodzakelijk zijn en daadwerkelijk
een doelstelling van algemeen belang dienen. De toegankelijkheid tot de informatie
over UBO’s komt voort uit het beginsel van openheid. Het Hof oordeelt echter dat openheid
geen doelstelling van algemeen belang is. De maatregel om de bevolking toegang te
geven tot inzage in het RUB is evenmin passend, noodzakelijk en evenredig om witwassen
te bestrijden.

Richtlijn is deels ongeldig Het Hof ziet daarom reden een deel van de in 2018 ingevoerde wijziging van de vierde
anti-witwasrichtlijn ongeldig te verklaren. Het betreft het deel dat ertoe leidt dat
de lidstaten ervoor moeten zorgen dat de informatie over de UBO’s in alle gevallen
voor elk lid van de bevolking toegankelijk is. Hoewel de Nederlandse situatie niet
een op een hetzelfde is als de Luxemburgse situatie, geeft deze uitspraak aanleiding
naar de verstrekking van informatie over UBO’s te kijken. De minister van Financiën
heeft de Kamer van Koophandel gevraagd vanaf heden tijdelijk geen informatieverstrekkingen
uit het register meer te verzorgen.

Bron: EU HvJ 22-11-2022