Moet een IB-ondernemer een starterskrediet terugbetalen aan het UWV? Zo’n terugbetalingsverplichting
is niet op te voeren als een (restant) persoonsgebonden aftrekpost.

In 2011 heeft een man van het UWV een starterskrediet van € 20.000 ontvangen. Per
1 januari 2014 heeft hij de onderneming waarvoor hij het starterskrediet heeft ontvangen
gestaakt. Daarom moet de man het starterskrediet terugbetalen aan het UWV. Op 17 januari
2019 laat het UWV de man weten dat er op dat moment nog een bedrag van € 14.636,17
openstaat. De man meent dat hij daarom in zijn aangifte 2018 een bedrag van € 14.636
mag opgeven als restant persoonsgebonden aftrek of als negatief loon. Hoewel de inspecteur
bij het opleggen van de voorlopige aanslag de aangifte van de man volgt, weigert hij
later de aftrek van de € 14.636.
Volgens Rechtbank Zeeland-West-Brabant heeft de Belastingdienst terecht de aftrek
van het bedrag als restant persoonsgebonden aftrek of negatief loon geweigerd. De
wet bevat een limitatieve opsomming van uitgaven die kunnen kwalificeren als persoonsgebonden
aftrekposten. Daartoe behoren geen terugbetalingsverplichtingen van gelden die zijn
ontvangen met betrekking tot een krediet. De man heeft volgens de rechtbank evenmin
recht op een aftrek vanwege negatief loon. Hij maakt namelijk niet aannemelijk dat
de fiscus de gelden in verband met het starterskrediet in een eerder jaar tot zijn
belastbaar inkomen heeft gerekend.

Bron: Rb. Zeeland-West-Brabant 21-12-2022 (gepubl. 16-01-2023)