Als een bv de kinderen van haar aandeelhouders hun schuld kwijtscheldt op grond van
niet-zakelijke motieven, vormt die kwijtschelding een verkapte winstuitdeling.

Twee fiscale partners houden alle aandelen in een bv. De man is de enig bestuurder
van die bv. In het verleden heeft de bv aan de twee zonen van de aandeelhouders gelden
verstrekt voor de aankoop van velgen uit China. De bv scheldt in 2016 de schulden
van die zonen kwijt. Dit gebeurt om onzakelijke redenen, zo meent de fiscus. De zonen
hebben voldoende verdiencapaciteit om hun schulden aan de bv af te lossen. Rechtbank
Zeeland-West-Brabant is het eens met de Belastingdienst. De bv en haar aandeelhouders
werpen tegen dat de bv maar op één zoon een vordering had. Maar de rechtbank vindt
deze stelling niet aannemelijk, omdat deze pas in de beroepsfase wordt ingenomen.

Ook oordeelt de rechtbank dat de kwijtschelding uit aandeelhoudersmotieven heeft plaatsgevonden.
Bovendien moeten de bv en haar aandeelhouders zich daar van bewust zijn geweest. De
fiscus heeft daarom volgens de rechtbank terecht de aftrek van de afwaardering van
de vordering van de bv op de zonen geweigerd. Bovendien is terecht bij beide partners
de helft van deze verkapte winstuitdeling als inkomen uit aanmerkelijk belang in aanmerking
is genomen.

Bron: Rb. Zeeland West-Brabant 23-09-2022 (gepubl. 11-10-2022)