Het kabinet slaat het aanvraagtijdvak voor het STAP-budget van januari 2023 over.
Er is tijd nodig om maatregelen te nemen om misbruik en oneigenlijk gebruik te voorkomen.
Dit schrijven de ministers Van Gennip en Wiersma in een brief aan de Tweede Kamer.

Er loopt momenteel een onderzoek naar ruim 3.500 opleidingen bij ongeveer 200 opleiders.
Er is tijd nodig om dit onderzoek zorgvuldig te doen, met hoor en wederhoor. Recentelijk
heeft de rechtbank in een zaak rondom STAP besloten dat betalingen aan een opleider,
met opleidingen die door de Toetsingskamer worden onderzocht, niet aangehouden mogen
worden. Enkel het feit dat een opleiding in onderzoek is, is volgens de rechter onvoldoende
reden om een opleider (nog) niet te betalen. Door deze uitspraak door te trekken naar
alle opleidingen die in onderzoek zijn, ontstaat het risico dat scholing wordt gevolgd,
en gesubsidieerd, die niet aan de voorwaarden van het STAP-budget voldoet. Om dit
te voorkomen, wordt het januaritijdvak overgeslagen. Ook betekent de uitspraak van
de rechter dat aangehouden aanvragen voor scholing in onderzoek gewoon gevolgd kunnen
worden. En dat de aangehouden subsidies uitbetaald zullen worden aan de opleider.
Afgelopen november gaf het kabinet aan de STAP-regeling strenger en strakker te willen
maken. Om te voorkomen dat STAP als ongepast verdienmodel wordt gebruikt, wordt het
aantal toekenningen per opleiding vanaf 2023 gelimiteerd. Ook gaan keurmerken die
opleiders toelaten (zoals NRTO en CEDEO) strenger controleren of hun opleidingen wel
voldoen aan de eisen van STAP. Deze maatregelen worden de komende periode verder uitgewerkt
en geïmplementeerd.

Het voor 2023 beschikbare STAP-budget blijft gelijk en zal over vijf aanvraagtijdvakken
verdeeld worden. Het eerstvolgende aanvraagtijdvak start op 28 februari 2023.

Bron: Min. SZW 12-12-2022