


In beginsel wordt een juridische splitsing geacht onzakelijk te zijn als binnen drie jaar een verkoop van de afgesplitste onderneming plaatsvindt. Belastingplichtigen kunnen echter tegenbewijs bieden. Bijvoorbeeld als de combinatie van splitsing en verkoop nodig is om de continuïteit van de onderneming te waarborgen.
Bron: Fiscaalinfo.nl